CROW 400

Voor een benzeen-sanering bij een Tankterminal voor het eerst de methodiek van de CROW gebruikt. Integraal benadert, dus de verschillende fasen van een sanering geanalyseerd m.b.t. de aspecten voor de Arbeidsveiligheid, de milieuaspecten en de kwaliteitsaspecten.

Dat blijkt goed met elkaar te rijmen, de calculatiefase, de werkvoorbereiding, de uitvoering, de administratieve afronding.

Door deze verschillende disciplines gelijktijdig te beoordelen ontstaat een parallelle verwerking van de projectgegevens en daarmee multidisciplinair, hetgeen de kans op een volledige werkvoorbereiding en een succesvolle uitvoering doet toenemen.

Dat in tegenstelling tot een sequentiële afhandeling waarbij de verschillende disciplines op elkaar wachten en niet noodzakelijkerwijs voldoende gegevens verzamelen voor de volgende processtap.

 

De sanering verliep volgens plan, de meetstrategie klopte, een deel van de sanering is uitgevoerd met een zuigwagen en een deel is afgegraven en in depot gezet. De gemeten concentraties benzeen kwamen overeen met de bevindingen uit het onderzoeksrapport. 

 

De insteek van de CROW 400 is een logische en past in de trend om op basis van werkelijke risico's de situatie te benaderen.

 

Deze sanering was "Zwart/ vluchtig" op basis van benzeen. In de CROW moet je goed lezen wat het verplichte toepassingsgebied is, werken die onder de RAW systematiek vallen

 

De CROW stelt eisen aan de deskundigheid betreffende het beoordelen van de veiligheidsklasse volgens de methodiek van de  400, een prima insteek. De CROW 400 is alleen contractueel verplicht te volgen als er sprake is van een RAW bestek. Dat wordt in Module 2 in een alinea vastgesteld, waarna vervolgens het gehele document de toonzetting neigt naar een algemeen geldende verplichting voor alle saneringen.

 

Echter, de wet die gevolgd moet worden heeft de SIKB BRL 7000 benoemd als certificeringsregeling en in de certificeringsregeling wordt niet gerefereerd aan de CROW 400. De certificeringsinstelling toetst of de bodembeschermingswetgeving wordt gevolgd en niet of de arbeidsomstandigheden goed zijn.

 

Ook de voor specifieke verontreinigen opgevoerde Register DLP evenals de noodzaak gecertificeerde Hoger Veiligheidskundigen te raadplegen, is dus facultatief. Het Arbeidsomstandighedenbesluit m.b.t. de blootstelling aan gevaarlijke stoffen geeft aan dat kerndeskundigen geraadpleegd moeten worden als er blootstellingsgevaar bij het werken met gevaarlijke stoffen. Echter, een bodemsanering omvat een korte periode en gaat niet over het beroepsmatig werken met gevaarlijke stoffen. Bovendien zal door het treffen van preventieve- en bronmaatregelen geen blootstelling plaatsvinden boven de grenswaarden, anders dan bij mogelijke calamiteiten.

 

Samenvattend, een verfrissende risico gedreven procesbenadering.